Maar wat is dat eigenlijk, dat vertrouwen? Wat houdt het in
en hoe begin je eraan?
Je kunt een boek volschrijven over dit onderwerp alleen. Vertrouwen
is als een boom ter grootte van een miljoenenstad. Eén waar je weken, maanden
moet doorbrengen, wil je die goed leren kennen. Maar laten we beginnen met een
daguitstapje naar de Vertrouwensboom.
De blaadjes van de Vertrouwensboom ruisen geruststellend: als
je naar ze wil luisteren, dan fluisteren ze je in dat het beste wat er kan
gebeuren voor jou, zal gebeuren. Je hoeft je geen zorgen te maken, je hoeft
niet angstig te zijn. Alles wat je te doen staat, is je hart volgen, waarmaken
wat je graag gestalte wil geven, en ervan overtuigd zijn dat alles wat je
gelukkiger zal maken, zal slagen, en alles wat je alleen ongelukkig zou maken,
geen voet aan de grond zal krijgen in je leven. Dat je zult ontmoeten, wie je
moet ontmoeten om gelukkig te zijn en groter te worden als mens. Dat je zult
horen wat je moet weten.
Eerst wandelen we eens helemaal tot bij de brede stam van
deze majestueuze boom. Vertrouwen. Vertrouwen in… wat? Want vertrouwen doe je
niet in het wilde weg. Als je dat toch probeert, dan lukt het niet al te best
of valt het nogal snel uit elkaar. Je moet dus wél weten waarin je vertrouwen
geworteld is, wil je dat het bestendig is.
Dus we lopen wat dichterbij. Hoe zit het met de wortels van
de Vertrouwensboom? Je kunt die laten wortelen in menselijk vernuft, de
wetenschap, hard werk. In een hogesnelheidstrein stappen, vol vertrouwen dat
degenen die dit kunststukje gebouwd hebben, wisten wat ze deden. Gasten
ontvangen, vol vertrouwen in het feit dat je met zorg en toewijding een
maaltijd voor hen hebt bereid. Aan een examen beginnen, vol vertrouwen in het
jaar dat je hebt opgelet tijdens de les en de weken dat je gestudeerd hebt.
Maar die wortels zijn nog vrij oppervlakkig. Ergens weet je
wel dat een echt flinke storm of regenvloed die nog kan losrukken. De diepere
wortels echter… die graven helemaal naar de bron van je visie op de wereld en
het leven. Ofwel: wat geloof jij?
Geloof jij dat alles wat er gebeurt ‘zomaar’ gebeurt? Dan
zul je je vertrouwen trachten te grondvesten op de wet van kansberekening. “Ja,
het kán dat de trein toch ontspoort… maar de kans dat net ik die ene trein tref
waarmee dat gebeurt, is minuscuul klein.” “Ja, het zou kúnnen dat net die ene
broccoli die ik gekocht had besmet was met een of andere rare bacterie… maar
dat gebeurt maar eens in de zoveel jaar bij eens op de zoveel kwekers, dus de
kans dat mijn gasten straks niet meer van het toilet afkunnen, is vrijwel
onbestaande.”
Voor heel veel mensen is het bovenstaande zeker een bron
waar enkele wortels uit drinken. Maar niet de enige of de diepste. Overal ter
wereld zijn er namelijk mensen die verbonden worden door een ander gevoel, een
ander soort wetenschap: het diepe, niet-bewijsbare, maar niettemin zeer reële
besef: er is nog iets meer. Een kracht ten goede. Een goddelijke kracht die
voor alle leven het beste bedoelt. Vertrouwen kreeg in de loop der eeuwen
verschillende verschijningsvormen: van ‘de goddelijke voorzienigheid’, van een
beschermengel, of de geest van een voorouder die over je waakt.
Vertrouwen heeft dus alles te maken met geloof in het goede.
Stappen we een beetje achteruit, nemen we een beetje afstand
van de Vertrouwensboom om er wat meer van te kunnen zien, dan wordt duidelijk
hoe divers die is. Grillige takken, vreemde symmetrieën, blaadjes die
gelijkmatig gepaard zijn en op het oog dezelfde vorm hebben, maar van nabij
toch weer net van elkaar blijken te verschillen. Vertrouwen vergt ook een
zekere mate van soepelheid, van acceptatie, van weten dat er niet één juiste
weg, vorm, manier van leven is. De bereidheid om een onverwachte zijtak te
aanvaarden wanneer die zich aandient, en er blij mee te zijn, omdat die een
geschenk is.
Vertrouwen heeft ook alles te maken met dankbaarheid.
En hoe kom je dan tot vertrouwen, wanneer je dat niet voelt?
Wanneer je ligt te piekeren in je bed en niet kunt slapen, omdat je jezelf er
maar niet van kunt overtuigen dat alles goed zal gaan? Hoe kom je tot geloof,
wanneer je je geloof kwijt bent? Hoe kom je tot dankbaarheid, wanneer je je
miskend en/of misdeeld voelt?
Het geloof in het goede, in die goddelijke stroming door
alles heen… kun je ontwikkelen door het simpelweg een kans te geven. Zie het
als iemand die je leert kennen. Je hebt gezien wat voor een goede vriend hij of
zij voor anderen is. Iets in jou reageert: “Hé, zo’n vriend(in) wil ik ook
wel…” Hoe zul je ooit weten of deze persoon voor jou net zo’n weldadige invloed
zou zijn? Je geeft die een kans. Je laat die je leven binnen. Je probeert het
een keer uit. Je onderneemt samen iets… en je kijkt wat het resultaat is.
Zo simpel? Zo simpel.
Leef eens een poosje vanuit de aanname dat het goede wil vorm krijgen, wil gebeuren.
En kijk wat het resultaat is.
Dankbaarheid is vaak net iets minder lastig. Iedereen heeft
altijd wel iéts om dankbaar over te zijn. Zodra je dat kunt zien, wordt het makkelijker
te aanvaarden dat er voor de situatie waarin je nu zit – hoe rot die ook lijkt
– misschien een goede reden is. Dankbaarheid vereist op moeilijke momenten dat
je nog een paar stapjes achteruit zet, tot je weer ziet hoe groot de boom eigenlijk
is. Dat je je nu blindstaart op een klein, raar, droog takje met wat mos… maar dat er een
hele kruin is, groen en prachtig, bloeiend en krachtig. En dat dat kleine, droge, rare takje een klein maar nodig onderdeel daarvan is.
Leun op je Vertrouwensboom en moedig de wortels aan om diep
te drinken. Je zult je beschut voelen en er zullen vruchten vallen, recht in je
handen… Vruchten om van te genieten, pitjes om uit te delen.


cool !
BeantwoordenVerwijderen