“Waar denk je aan?”
Ik moet van mijlenver komen om antwoord te geven. “Eh…”
“Helemaal niet!” Ik snuif verontwaardigd. Obsederen is niet
iets wat ik doe, dat is wat hij doet. “Ik was gewoon aan het
denken…”
“Over?”
“Wel…”
Het dringt tot me door dat ik voor de zoveelste keer dit
weekend glazig voor me uit zit te staren terwijl mijn gedachten rond hetzelfde
onderwerp cirkelen. Grommend moet ik toegeven dat hij gelijk heeft.
“Goh,” zegt hij goedgehumeurd, “ik had niet gedacht dat ik
jou daarmee nog eens bezig zou zien.”
Noem het zoals je wilt. Gepassioneerd met iets bezig zijn.
Gefascineerd door iets zijn. Door iets achtervolgd worden. Iets maar niet uit
je hoofd kunnen zetten. Hier in huis staat het te boek als ‘obsederen’ sinds ik
heb vastgesteld dat mijn partner er nogal gevoelig voor is.
Het verschil tussen obsederen en piekeren is marginaal.
Piekeren doe je vooral over onaangename dingen. Obsederen kun je ook over iets
leuks. De twee hebben met elkaar gemeen dat je gedachten maar blijven
terugkeren tot één bepaald onderwerp, zelfs al wil je dat bewust helemaal niet.
Onlangs, in een gesprekje over piekeren en hoe makkelijk je
dat ’s avonds in je bed begint te doen, kwamen we overigens tot de vaststelling
dat er zoiets lijkt te zijn als een ‘piekermodus’, waar je in kunt zitten. Die
kan dagen, weken of maanden duren, maar in elk geval: als je erin zit, en er is
geen wezenlijk probleem, dan begin je eenvoudigweg te piekeren over dingen die
totaal van geen belang zijn.
Gek toch, hoe de menselijke geest kan werken. Een beetje
piekeren kan nog wel een keer ergens heen leiden. Maar als je ermee aan de gang
blijft, wordt het op den duur een kwelling. Hetzelfde geldt voor obsederen: een
poosje is het wel leuk, maar op een gegeven moment krijg je toch het gevoel dat
je het contact met de aarde en de mensen om je heen begint te verliezen.
Ik begon eens na te denken over de wortel van die twee
verwante fenomenen. Iets wat meteen voor de hand ligt: je doet het pas op
momenten dat je niet echt in actie bent. Niet in het algemeen, maar zeker niet
met betrekking tot het onderwerp van je obsessie of zorg. Het heeft dus alles
te maken met een verschil tussen actief – passief zijn.
Een interessante tekst voor piekeraars die ook wel weer een
keer een nachtje rustig willen slapen is die over dwanggedachten en obsessies
in Christiane Beerlandt’s De Sleutel tot
Zelf-Bevrijding. Een ander belangrijk inzicht daaruit is dat obsessies zich
slechts kunnen manifesteren wanneer jij je klein en onmachtig voelt, niet de
baas over je eigen leven. Als tweede grote oorzaak wordt een gevoel van
beklemming beschreven: een angstige weigering om verder te gaan. De oplossing
is dan ook om jezelf als een krachtig leider van je eigen leven te gaan zien,
zodat je wel degelijk stappen kunt zetten.
Toen ik die tekst nog een keer doorlas, bedacht ik dat het
verschil tussen ‘leuke’ obsessies en ‘never nooit leuk’ gepieker eigenlijk wel
interessant is, om meer inzicht te krijgen in de werking van dergelijke
dwanggedachten. Bovendien laat het je een nuance zien van waar het probleem bij
jou geworteld is. Want sommige mensen kunnen zowel piekeren als obsederen, maar
bij veel mensen is het toch wel één van beide die de boventoon voert.
Als je vastzit in gepieker, weiger je onbewust een stap te
zetten omdat je bang bent dat je de verkeerde zult zetten, omdat je je niet
groot genoeg voelt om te kunnen bepalen wat de juiste is. Je faalt naar je
gevoel compleet bij het maken van een beslissing over hoe je iets gaat
oplossen. Hét vlak waarop
je jezelf als kleiner voorstelt dan je bent, is wel dat je het belang van je
intuïtie uitschakelt. Je definieert jezelf in termen van je verstand, en
overtuigt jezelf ervan dat je alleen daarmee je probleem moet zien op te
lossen. Je kunt maar geen stap zetten, omdat je ervan overtuigd blijft dat de goede
plek toch te veraf is om te bereiken.
Als je vastloopt in een leuke obsessie, dan begint het
anders, eigenlijk schijnbaar tegengesteld. Een dergelijke obsessie ontwikkelt
zich niet uit falen, maar uit succes. Je bent obsessief bezig met het verder
uitbouwen van je kruidentuin, omdat je mini-tuintje van een meter op een meter
zo’n succes is geworden. Je bent obsessief bezig met het vervolg van het
artikel dat je aan het schrijven bent, omdat je immers zo’n sterk begin had. In
dit geval blijf je ter plaatse hangen – in je gedachten hangen – omdat je ervan
overtuigd bent dat je één goed ding bedacht hebt, en er dus nog wel meer uit
dezelfde bron te persen moet zijn. Als je een stap zet… jee, dan loop je
misschien wel weg van de enige plek waar die goeie ideeën te vinden zijn! Toch
maak je hier exact dezelfde vergissing: je vergeet dat er nog zoveel meer
betrokken was bij je succes. Je hebt je tuin niet alleen ‘bedacht’, maar ook in
de praktijk verzorgd, en je hebt ingespeeld op zich voordoende dingen in de
realiteit. Je goeie idee voor dat artikel is er niet alleen gekomen door erover
na te denken, maar ook door het rustig te laten bubbelen in je onderbewustzijn,
waar diverse ideeën samen konden komen.
Dwanggedachten, kortom, trekken je weg uit de werkelijkheid…
omdat je er zelf al uit weggestapt was. Negeer jij de werkelijkheid van jezelf
als geheel van ratio en gevoel, van geest en lichaam, van bedachte oplossing en
intuïtieve flits… dan zet je zo de deur open voor de dwanggedachte, waardoor je
de werkelijkheid nog veel verder kunt gaan negeren.
De oplossing is simpel: stap uit de cirkel. En dat doe je
niet door keihard weg te rennen, want die dwanggedachte haalt je toch wel weer
in. Dat doe je door de werkelijkheid zoveel mogelijk te erkennen.
Als piekeraar erken je het probleem. Je erkent dat je er nu
geen oplossing voor ziet. Maar je erkent ook dat je veel meer weet dan je op
dit moment bewust kunt bedenken. Dat er veel meer tot je kan komen, dan je op
dit moment aan informatie hebt. En je laat het rustig los, tot het moment dat
je wél concreet en in de realiteit met het probleem aan de slag kunt. In de
wetenschap dat jij de leider van je leven bent… en dat vertrouwen en geloof
heel reële dingen zijn.
Als geobsedeerde erken je hoe leuk het voorwerp van je
obsessie is. Je erkent dat het heel fijn is en heel mooi, en je voelt je
dankbaar dat het in je leven is. Je erkent je goeie idee… en je erkent dat het
uit het geheel van jou voortkwam, uit je verstand én je gevoel én je contact
met de aarde. En je laat het rustig los, tot het moment dat je weer in de
realiteit bezig kunt zijn. In de wetenschap dat actief loslaten een bijzonder
productief proces is…
Van dwanggedachte tot open geest. En laat dat nu de plek
zijn waar goeie ideeën zich het liefst aandienen.


Geen opmerkingen:
Een reactie posten