Wat is dat toch, met het donker? Nu de dagen nog steeds korter
worden en de nachten blijven lengen, voelen sommigen onder ons een onbehaaglijk
gevoel omhoog kruipen. Een soort bijna-depressief gevoel, een weemoedig
verlangen naar de stralende kracht van de zomerzon. Het is een gemis van de
warmte die is vertrokken, maar ook van de lange uren licht.
Als je je ooit eens een keer flink bang hebt laten maken
door een griezelig verhaal en daarna in het donker alleen over straat moest,
dan weet je het wel. Wat overdag alleen maar grappig is, wordt ’s nachts eng.
De wereld is ineens een andere plek. Is dat steegje wel echt leeg, of zit er
iets of iemand te wachten?
In eerdere eeuwen ontbrak ook nog het kunstlicht dat voor
ons het duister doorbreekt. Mensen geloofden echt dat andere wetten de overhand
kregen. Dat er ’s nachts kwalijke dampen waren die ingeademd konden worden, als
je te lang over straat liep. Nog langer geleden aanbad men de zonnegod – het
leek ook zo voor de hand liggend: zonder het licht en de warmte van de zon geen
leven. Wat een macht is daar geconcentreerd aan de hemel…
De taal zit nog steeds bomvol met positieve associaties
wanneer het op licht aankomt: een licht op iets schijnen, er gaat een lampje
branden, iemand in het zonnetje zetten, licht zien aan het eind van de tunnel…
Omgekeerd zijn er dingen als in het duister tasten, een donker vermoeden of een
duistere figuur. Het is niet alsof iets ineens echt anders is omdat er geen
licht op schijnt. Dat weten we rationeel gezien best wel. En toch lijkt het zo.
We beseffen het niet altijd zo, maar mensen zijn erg visueel
ingestelde wezens. ‘Zien is geloven’ zegt men. Dus als je niets meer ziet, wat
moet je dan geloven?
Je kunt altijd eens beginnen met herontdekken dat je zoveel
meer bent dan alleen je ogen. Eigenlijk hebben we altijd een beetje donker bij
ons. Om de zoveel tijd gaan je ogen heel even dicht en geven je een momentje
duisternis: je knippert. Het houdt je ogen vochtig en gezond, maar misschien
geeft het ook je hersenen heel even rust, een fractie van een seconde dat ze
geen indrukken moeten verwerken. En wat doe je als iets ongelooflijk lekker
smaakt, wanneer je een geur probeert thuis te brengen of op een moment dat
muziek je intens treft? Je sluit zelf je ogen, om je helemaal te kunnen
concentreren. Heb je ooit je ogen gesloten, terwijl iemand je vederlicht aaide?
Een gevoel tien keer zo intens als wanneer je de beweging volgt.
Het donker is dus niet alleen maar negatief. Het ontbreken
van het licht brengt ook iets mee. Iemand die af en toe een flinke hoofdpijn te
pakken heeft, kent het ook wel: doe alle lichten uit en je voelt hoe iets in je
hoofd al meteen een stuk ontspant. En het gezellige van kaarslicht schuilt in
een grotere aanwezigheid van donkerte: de mantel van duisternis dekt alles toe,
behalve een paar essentiële dingen.
Met andere woorden: wij die leven in een gebied waar een
heel seizoen ons korte dagen van licht schenkt, met lange nachten van donker…
kunnen erom treuren dat de zon zo ver staat, of we kunnen gaan ontdekken wat het
donker ons toe brengt.
We hebben al vastgesteld dat het donker ons sterker laat
genieten van niet-visuele dingen. Van heel lichamelijke dingen. Het aardt ons
in ons hele lichaam, met alle zintuigen.
Het donker zorgt er ook voor dat wat wel door het schaarse
licht beschenen wordt, sterker in het oog springt. Nu je niet zo wordt afgeleid
door een overvloed die groeit en bloeit onder de opwekkende stralen van de zon…
kun je eens gaan kijken wat er ergens stilletjes aan het groeien is.
De zon die ooit aanbeden werd is dan misschien geen god,
maar wel een krachtig symbool. Binnenin de zon worden elementen met elkaar
samengebracht, gefuseerd, en dat levert een gigantische hoeveelheid energie op:
licht en warmte om ons in te koesteren. Niet voor niets hebben mensen het over
‘hun batterij opladen’ als ze een weekje zonvakantie boeken. Maar wat gebeurt
er met een batterij die te vaak wordt opgeladen? Op den duur neemt ze niets
meer op. Wie een voorbeeld neemt aan de zon, begrijpt dat net in het
gebruik energie kan vrijkomen. Wanneer
de zon buiten ons een stapje terugzet, kunnen we eens gaan kijken naar de
zonnekracht in ons eigen binnenste en daar dicht tegenaan kruipen, heel rustig,
heel warm, heel aards. Om te ontdekken wat er in ons leven is dat energie geeft
in plaats van het te vragen. De batterij vernieuwen.
Voor mij is dat de betekenis van die lange uren duister. Ze
zijn de aarde die over een zaadje is gestrooid. Als je het toelaat, zijn ze een
troostende mantel om je heen. Je moét niets, behalve zijn in jezelf. De donkere
uren symboliseren de potentie. Ze nodigen je uit om te voelen wat er is en te
ontdekken wat nog niet is, maar zou
kunnen zijn.
De zon geeft… de donkere uren nodigen uit. Ga jij erop in?



Geen opmerkingen:
Een reactie posten