maandag 20 juni 2016

De brij van grijsheid

“Volgens mij,” zegt sinds-een-maand-mijn-wettige-echtgenoot J, “moeten we een keer een schema opstellen. Zo van elke avond ruimen we de keuken helemaal op. En elke maandag bergen we schone was weg.”

“Hmhm.” Ik knik, bereid de pluspunten van dit plan te zien. Al hangt er al een vage twijfel in de lucht aan hoe lang we het gaan volhouden.

Ik zal het maar eerlijk opbiechten: het huishouden is meestal het laatste item op mijn prioriteitenlijstje. En omdat soort nu eenmaal soort zoekt, heb ik helaas geen poetsmaniak weten te strikken om het voor me te doen. Eens in de zoveel tijd vragen we ons af hoe we het beter kunnen doen. Ons huis mag dan nooit een echte puinhoop worden, meestal zouden we toch wel wat eerder in actie kunnen schieten.

“Eigenlijk is het gek,” observeert J. “We genieten allebei van een keurig en fris huis. Waarom is het dan zo moeilijk om er energie in te steken?”

Ja, waarom is dat zo moeilijk? 

Het zette me aan het denken over al die taakjes waar we als mens maar moeilijk toe komen. In het stukje van vorige week heb ik het gehad over leuke dingen die we uitstellen ten voordele van verplichtingen. Maar het omgekeerde doet zich net zo vaak voor. Dat we bepaalde taken die maar beter zouden gebeuren, uitstellen omdat ze zo ongelooflijk vermoeiend lijken.

Als ik even voor mezelf spreek: meestal is het niet écht dat ze zo vermoeiend zijn. Bepaalde dingen vind ik gewoon gruwelijk saai. Als ik er alleen maar aan denk dan voelt het al alsof ik een brij van grijsheid instap.

Iedereen heeft zo wel van die dingen, al kan het voor iedereen iets anders zijn. Wat voor de één een leuk klusje is, kan voor de ander net een gigantisch ‘bah’-gevoel oproepen. Van je dagelijkse tandenpoetsbeurt over grasmaaien tot de auto wassen, je boekhouding bijhouden of aardappels schillen. En dan is de verleiding groot om een kortere weg te verzinnen, voorbij die vervelende taakjes. Die kortere weg klopt vaak net niet helemaal, je komt net niet op dezelfde plek, maar je blijft hem toch maar nemen. 

Een bekende ‘kortere weg’ is uitstellen tot het echt niet meer uitgesteld kan worden… totdat je onderhand de vieze auto niet meer ziet staan tussen het metershoge gras.
Of je verstand op nul zetten terwijl je bezig bent… zodat je tien minuten later al niet meer weet of je nu wel of niet je haar hebt gewassen onder de douche.

Beide tactieken zijn eigenlijk een soort vluchtmechanisme. Je hebt het gevoel dat er iets spannender, beter, leuker, échter is dat je zou kunnen doen. Je wil je niet laten beperken door deze saaie taakjes, en dus doe je dat ook niet. Je laat ze achter – echt of in gedachten – en gaat wat anders doen.

Zoals ik vorige week al aanhaalde: soms moet dat ook gewoon een keer. Prioriteiten zijn er om gesteld te worden. Het is heus geen drama om een keer het gras een weekje langer te laten groeien of met een stoffige auto rond te rijden.

Maar op andere momenten kun je beseffen dat het naar de andere kant is doorgeslagen. Dat in je neiging om leukere, spannendere, naar jouw gevoel belangrijkere dingen te doen… je bepaalde dingen laat versloffen die toch wel belangrijk zijn.

Is het echt zo belangrijk dat je de tijd neemt om voor jezelf iets te koken waaraan je echt behoefte hebt? Is het echt zo belangrijk om geregeld frisse lakens op je bed te leggen? Is het echt zo belangrijk om jezelf aandachtig te wassen?

Als je er even bij nadenkt, dan weet je eigenlijk wel dat dit soort dingen wel degelijk belangrijk zijn. En niet omdat het ‘zo hoort’, maar omdat dit dingen zijn die je doet als onderdeel van ‘in liefde voor jezelf zorgen’. Maar waarom voelen ze dan vaak als een repetitief, saai gebeuren? Iets dat echt goed voor je is, zou toch ook goed moeten voelen? 

 Om dat te begrijpen, moet je weer even terugkeren tot het besef dat gebeurtenissen in je leven vaak een oppervlakkige weergave zijn van wat zich op een dieper niveau in je afspeelt. Dus als je merkt dat je toch wel last hebt met dit soort dagdagelijkse klussen, dan kun je je twee dingen afvragen.

Ten eerste: vind ik mezelf lief en belangrijk genoeg om tijd aan mezelf te besteden?
Want als dat niet zo is, dan zul je het dus moeilijk vinden om elke dag weer energie te steken in taken die alleen maar als resultaat hebben dat jij weldoorvoed en goedverzorgd in een prettige omgeving vertoeft. Toch kan het wel zijn dat je terdege beseft hoe belangrijk het is om goed voor jezelf te zorgen en dan tóch nog aanhikt tegen zo’n grijze brij aan saaie, beperkende taakjes.

En daar kun je vraag twee stellen: beperk ik mezelf? Zie ik mijn leven en mijn mogelijkheden als iets waaraan grenzen zitten waar ik toch nooit overheen kan? Als een repetitief gebeuren, een cyclus waar je nooit door kunt breken?
Als dat zo is, dan is het geen wonder dat je geeuwend en gruwelend terugdeinst voor zich herhalende taakjes. Ze zijn immers een weerspiegeling van een overtuiging die helemaal niet zo fijn is.
Deze tweede vraag is er wel één die je even de tijd moet geven. Want je denkt al gauw, zeker als je een beetje bewust leeft, dat je uiteraard wel weet dat het leven vol oneindige mogelijkheden zit. Dat je je eindeloos kunt ontplooien. Dat je een wereld aan mogelijkheden in je hebt. 

De hamvraag is echter: geloof je het ook? Écht? Leef je er ook naar? Écht? Of geloof je stiekem nog een heel klein beetje dat het in jou een grijze brij is? Dat andere mensen dat misschien kunnen waarmaken, maar jij niet?

Het is iets om eens over na te denken, de volgende keer dat je zuchtend kijkt naar je grasmaaier, tandenborstel of stofzuiger. Zodra je beseft hoeveel kleuren er in jou rondwervelen, en hoe grenzeloos groot het onbeschilderde canvas voor je is… dan wordt zo’n saai taakje iets als het spoelen van je penseel voor je het in een andere verftint doopt. Niet het hoogtepunt van de creatie, maar ook niks om tegenop te zien, te verafschuwen of uit te stellen – het wordt een noodzakelijk maar organisch onderdeel van een liefdevol en vloeiend gebeuren…: het bewust creëren van je leven tot een steeds gelukkiger bestaan. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten