maandag 21 maart 2016

Contradictio in terminis

Ik heb altijd al ‘iets’ met taal gehad. Ook op de middelbare school al. Mede doordat ik boeken bij de vleet verslond, was mijn woordenschat vrij uitgebreid. En als ik een woord niet kende, dan kon ik het meestal wel afleiden aan de context, of door terug te grijpen op Latijnse woorden (al dat in je hoofd stampen, is toch nog érgens goed voor).

Het gedicht ging ook nog eens over treinen.
Heel misleidend! :-o
Het is een methode die best goed werkt. Maar je gaat toch ook wel een keertje onderuit natuurlijk. Toen we een keer een analyse moesten maken van een gedicht, stond in de vragenlijst dat het gedicht in kwestie een mooi voorbeeld te zien gaf van een ‘contradictio in terminis’. Wat zou deze term inhouden? ‘Oh, makkelijk’, dacht ik. ‘Contradictie is tegenspraak… Terminis, dat zal wel van hetzelfde woord afkomstig zijn als terminus (eindhalte)…’ Het gedicht in kwestie eindigde met een conclusie die haaks op de rest van het gedicht stond, dus zwierig vulde ik in: ‘Een tegenspraak op het einde.’ Niet dus. Het begrip betekent: een zin die zichzelf tegenspreekt. ‘Tegenspraak in termen’, letterlijk.

Tja, dat kon natuurlijk ook nog.

Mijn ‘iets met taal’ zorgt er ook voor dat ik van sommige woorden nog precies weet wanneer of hoe ik ze heb leren kennen, dat merk je wel. Dus vierkante cirkels en moedige lafaards brengen me dit moment steevast in herinnering.

Onlangs zat ik midden in een interessant filosofisch gesprek met enkele vrienden. Het ging eigenlijk over iets heel anders dan de uitspraak waar ik het over wil hebben, dus hij was al bijna in de golven van het gesprek verdwenen, voor hij goed tot me was doorgedrongen.

“Weet je,” zei M een beetje geërgerd, “ik vind die inzichten maar verwarrend.”

Behalve een blik van zijn vriendin in het genre van ‘wat zeg jij nu weer’ was niemand erop ingegaan. Maar een aangefloept lampje in mijn hoofd bescheen behulpzaam het naamkaartje ‘contradictio in terminis’. Nadat ik mijn herinnering weer eens even had afgestoft, bleef de uitspraak toch wel hangen. Dus ik laveerde even tussen de golven terug.

“Hoe bedoel je dat eigenlijk?”, vroeg ik. “Verwarrende inzichten? Inzichten bevrijden je toch net úit verwarring?”

“Ach,” zei M. “Aan alles lijken wel twee tegengestelde kanten te zitten. Angst bijvoorbeeld… Dat is een uiting van het kleine ikje, het egootje, dat geen vertrouwen heeft, en dus bang is om iets te verliezen. Dus je kunt angst beter opzij zetten. Maar anderzijds is angst volgens ‘De Sleutel’ een signaal dat je verkeerd bezig bent. Dus dat mag je niet zomaar negeren! Wat je wou gaan doen, was dus fout en je kunt dat beter opzij zetten. Ja, verwarrend dus!”

Aha. Een heel eigen tegenspraak.

Voor wie het niet zou weten: ‘De Sleutel’ is de afkorting die meer dan eens gebruikt wordt voor het boek ‘De Sleutel tot Zelf-Bevrijding’ van Christiane Beerlandt. Niet alleen vind je daarin de psychologische oorsprong van meer dan duizend ziekten en aandoeningen, er staan ook een aantal teksten in die niet direct met gezondheid te maken schijnen te hebben. (Ik zeg wel: schijnen. Maar dat is stof voor een andere keer.) Waaronder dus ook een tekst over de oorzaken van het gevoel ‘angst’.

Het is een tekst waar ik vaak op wijs tijdens workshops. Angst is een heel primaire emotie en in één of andere vorm krijgen we er allemaal wel eens mee te maken. Angst voor verlies, faalangst, drempelvrees, angst om de verkeerde keuze te maken… De ene vorm van angst is al hinderlijker dan de andere. Wat ze allemaal gemeen hebben, is dat ze je even laten stilvallen. Of je nu verstijfd staat van angst of even schrikt, de vloeiende stroom waarin je normaal zou handelen, wordt onderbroken.

Hier komt het eerste wat je moet weten over angst.

Angst is een positief signaal.

Als er nu iets is dat klinkt als een contradictio in terminis…

Maar kijk er eens zo naar. Als je je wild schrikt omdat er een bloempot naar beneden kukelt en dus snel achteruit springt… dan heeft die angst je toch maar mooi gered van een bloempot op je hoofd. Als je ineens aan de rand van een afgrond staat en beangst een stapje achteruit doet… dan brengt de angst je op vaste grond. Angst is de stem van het zelfbehoud. Van het verlangen jezelf veilig en goed te laten léven. En is dat geen positief verlangen?

Zo werkt het ook met angst op andere, minder voor de hand liggende momenten. Als er geen aanwijsbare (levens)bedreigende reden is, maar je toch angst voelt, ergens diep in je buik. Hieruit kun je het tweede belangrijke aspect dat je over angst moet onthouden.

Angst is een alarmsignaal.

Maar waarom gaat het alarm dan af? Omdat je iets aan het doen bent dat verkeerd is? Eigenlijk niet. Angst gaat over de manier waaróp je iets aan het doen bent. Ben jij helemaal aangesloten op jezelf, op je eigen diepste gevoel, verbonden met je lichaam… of sta je op afstand van jezelf, verlies je jezelf in de hoge wolken van dromerijen of net in de wereld van de materie, terwijl je je diepste ‘Ik’ vergeet of negeert? Dan gaat de alarmsirene loeien!

Stel je voor dat iemand aan het autorijden is. Hij zet cruise-control aan, zodat hij zijn voet van het gaspedaal kan halen. En dan ineens besluit hij om op het dak van de auto te gaan liggen en naar de wolkjes te staren. Of misschien net om fanatiek het chassis te gaan poetsen, zodat de wagen straks genoeg blinkt, wanneer hij op zijn bestemming aankomt. Wie bestuurt inmiddels de auto? O, niemand. Maar is er dan geen kans dat die van de weg af raakt? Eh, ja.

Niet zo’n geruststellend beeld, toch? Zeg maar gerust angstwekkend. Maar toch doen we het allemaal wel een keer. Er vanuit gaan dat ons leven wel zijn gangetje zal gaan en we gerust verder kunnen en dingen verwezenlijken… terwijl we zelf niet aan het stuur zitten. In plaats daarvan verliezen we onszelf in al te hoge nevelen of net in de verwachtingen van anderen of in ambitie of in de behoefte aan goedkeuring van anderen… Je zou voor minder bang worden.

Dus dat is het derde belangrijke aspect van angst.

Angst wijst je erop dat je niet verbonden met jezelf bent.

Of, samengevat:

Angst is een alarmsignaal dat je er gelukkig tijdig op wijst wanneer je het stuur van jouw bestaan loslaat.

Terug naar de vraag waarmee dit allemaal begon. Is angst een uiting van het egootje dat bang is om iets te verliezen, of is het een signaal dat je met iets verkeerd bezig bent?

Het antwoord is: beide.

Laten we even een heel concreet voorbeeld nemen: de violiste die in haar eentje prachtig kan spelen, maar voor ze het podium opgaat, doodsbang wordt. Faalangst.

Is angst hier een uiting van haar egootje dat bang is om iets te verliezen? Ja: ze is bang om af te gaan, dat haar imago voorgoed verpest zou worden.

Is angst hier een signaal dat ze met iets verkeerd bezig is? Ja: bezig zijn met haar imago! In de hoofden van het publiek rondzweven, in plaats van in zichzelf en bij haar muziek te zijn. En nee: het betekent niet noodzakelijkerwijs dat wat ze wil gaan doen, verkeerd is.

Is de oplossing om de angst aan de kant te zetten? Niet per se: het kan wel werken als de angst niet al te groot is en ze al doende kan merken dat het publiek geen hongerige muil van een monster is. Maar anderzijds kan het er ook alleen maar toe leiden dat ze slechter dan ooit speelt, omdat ze alleen maar bezig is met het wegduwen van de angst… en hem tegelijkertijd waar maken.

Is de oplossing om gewoon niét op het podium te stappen? Niet per se: het kan wel werken als ze er eigenlijk toch al niet zo’n zin in had, en zich dus bevrijd voelt van iets dat niet bij haar past. Maar anderzijds zou het ook best kunnen dat ze een prachtig talent heeft en iets in haar er waarachtig naar verlangt dat te delen, vreugde te brengen.

Wat is de échte oplossing dan?

Een moedige lafaard zijn.

Kijk naar je angst. Besef dat die angst er is met een heel goeie reden: om je erop te wijzen dat je je een stuk fijner zou voelen als je niet het gevoel had dat je stuurloos rond zwalkte. Neem deze gelegenheid te baat om te ontdekken wie jij aan het stuur laat zitten, terwijl je met andere dingen bezig bent. En dán pas zul je weten of wat je wilde gaan doen voor de angst langskwam, goed is of niet.

De voorbeeldige violiste zou er goed aan doen zich af te vragen waar ze nu eigenlijk écht bang voor is.

Dat haar ouders niet trots op haar zouden zijn? Dus dan speelt ze eigenlijk om goedkeuring te krijgen? De oplossing is dan om dicht bij haar eigen hart terug aan te komen. Los van haar ouders. Dan pas kan ze voelen of het podium de plek voor haar is. Zo ja, dan kan ze vol vertrouwen het podium op, want het besluit daar te staan, heeft ze zélf genomen, het is haar niet opgedrongen uit plichtsgevoel. Zo nee, dan heeft ze vandaag de les te leren om tegen haar ouders te durven zeggen dat dit niet is waar haar hart ligt. En, wanneer ze haar daar werkelijk om zouden minachten, te beseffen dat een mens eerst en vooral zichzelf goedkeuring mag schenken…

Of is ze bang dat ze mensen zou teleurstellen die zich verheugd hadden op een fijne avond? Dus dan speelt ze eigenlijk voor de ánderen? Niet voor zichzelf? Hoe onbaatzuchtig dat ook klinkt, het is niet echt de meest liefdevolle manier. Je kunt immers pas iets echt waardevols aan anderen geven, wanneer je eerst jezelf gulhartig toestaat te genieten van je leven. Speelt de violiste voor zichzelf, haar eigen plezier, en laat ze anderen liefdevol meegenieten, dan is er geen sprake meer van angst.

Onze violiste – net als wij allemaal trouwens – zal trouwens heus niet alleen op de laatste tree voor ze het podium opstapt met behoefte aan goedkeuring of een neiging zichzelf weg te cijferen kampen. Dergelijke situaties zijn zelden opzichzelfstaande gevallen. Wél zetten ze even bepaalde contradicties die we in onszelf laten bestaan op het podium. Zodat we ze eens goed kunnen bekijken in de spotlights. En er een zinvolle oplossing aan kunnen geven. Tot de moedige lafaard niet langer probeert om een vierkante cirkel te zijn, maar luistert naar de vorm die hij zelf wil zijn. Zichzelf eerste viool laat spelen. Niet langer moedig of laf is, maar eenvoudigweg IS.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten