maandag 11 april 2016

Gezag

“Dus jij vindt mij autoritair?”, bulderde hij.

“Eh… nee hoor…”, kon ik nog net antwoorden, mijn haar weer in de plooi strijkend.

Hij (meteen doorstomend): “Ik vind het ongelooflijk dat jij dat woord zelfs maar in de mond neemt.” (Demonstratieve rilling.) “Dat zou nog niet bij mij ópkomen….” (Vies gezicht, diepe, afkeurende stem.) “Autoritáir.”

Dikker kon hij het er niet bovenop leggen. Het feit dat ik het woord autoritair durfde toe te passen, betekende overduidelijk dat ik zelf een bijzonder autoritair persoon moest zijn.

Ik ben altijd bereid om een dergelijke kritiek te overwegen. Het merkwaardige was echter dat ik het woord in kwestie nooit gebruikt had.

Ik (nog welgemoed en ervan overtuigd dat dit misverstand snel opgelost kon worden): “Welnee, dat woord nam ik niet in de mond… ik zei in mijn mail: als je het zo verwoordt, dan kan het verkeerd overkomen, alsof je jezelf als de énige autoriteit op dit gebied ziet. Daar bedoel ik ‘deskundige’ mee. Zo van: ‘professor X is een autoriteit in zijn vakgebied’.”

Daar kon hij niks tegenin brengen. Het was ook heus niet alsof hij het woord autoriteit voor de eerste keer hoorde.

Hij (geagiteerd): “Bovendien had ik die zin niet eens zelf bedacht. Die kwam van een kennis.”

Ik (verzoenend): “Ah, dat verklaart veel. Vandaar dat het zo vreemd overkwam. Ja, mensen bedoelen het soms goed, maar…”

Hij (bozig): “Weet je wat? Ik haal hem er wel even bij, dan kun je hem dat zelf zeggen.”

Ik (verrast): “Ehm, maar… dan vond je het dus wel degelijk een goeie verwoording? Dan heb ik niks gezegd, hoor.”

Hij (zijn telefoon bovenhalend en driftig toetsend): “Autoritair. Ongelooflijk.”

Een kort telefoongesprek volgde, terwijl ik me in beleefde stilte afvroeg of het zin had nog eens te herhalen dat ik het woord ‘autoritair’ nooit gebruikt had.

Hij (in zijn telefoon): “Aha. Dus jij vindt dat ik nu eenmaal het meest deskundig ben op dit gebied?” (Triomfantelijke blik op mij.) “Zou je dat ook even tegen iemand anders willen zeggen?”

Ik (inmiddels geïrriteerd, de telefoon afwerend): “Dat lijkt me helemaal niet nodig. Jij beslist toch zeker zelf welke woorden je gebruikt om jezelf te beschrijven? Bepaal gewoon even of je al dan niet de enige autoriteit bent en blijf daar dan bij. Mij is het om het even.”

Hij: “Er is geen reden om zo scherp te reageren. Het lijkt me maar het best dat jij je gewoon helemaal niet meer met deze folder bezighoudt. Of met wat dan ook wat betreft de organisatie. Vanaf nu regel ik alles wel. Autoritair. Bah.”

Ik denk niet dat ik een woord hoef te plakken op hoe dat op mij overkwam.



Juist, ja.

Het was allemaal begonnen met een foldertje dat moest opgesteld worden voor een activiteit die we gezamenlijk zouden organiseren. Omdat hij zo krap in zijn tijd zat, had ik aangeboden om die te maken en dus ook ons tekstmateriaal tot een geheel te smeden. Al doende was ik in zijn materiaal op een paar taalfoutjes en kromme zinnen gestuit. Hij vroeg me wel vaker om advies op diverse vlakken en vond mijn tips altijd nuttig. Ik had dan ook enkele suggesties gedaan met betrekking tot zijn tekst, toen ik de folder naar hem doormailde. Waaronder die ene zin die helemaal leek in te druisen tegen het bescheiden imago dat hij al cultiveerde zolang ik hem kende. Helaas was het effect nogal onverwacht.

Pas toen ik uit mijn eigen verontwaardiging was gestapt – het is nooit leuk als behulpzaamheid op deze manier wordt beloond – kon ik de ironie van dit gesprek waarderen. Het is niet elke dag dat je iemand zo in tegenspraak met zijn woorden ziet handelen. Of een demonstratie ziet leveren die kan dienen als illustratie van een nuttig inzicht.

Maanden later werd ik namelijk aan deze situatie herinnerd, toen iemand me naar aanleiding van een tekst in De Sleutel tot Zelf-Bevrijding vroeg: “Hoe begin je daaraan, aan ‘leg het Gezag in jezelf’?”

Autoriteit en gezag zijn namelijk niet zo heel verschillend. Ten eerste zijn ze verbonden met elkaar. Ten tweede valt meteen op of je ze intern voelt of niet.

En zo kwam ik uit bij deze herinnering aan een merkwaardige danser: huppelend van de verontwaardiging omdat zijn autoriteit niet werd erkend… naar de behoefte om die autoriteit door een ander te laten staven. Of door een beschrijving in superlatieven. Terwijl waar gezag nooit op iets externs gevestigd kan zijn.

Veel mensen herinneren zich van vroeger wel één leraar die nooit zijn stem hoefde te verheffen. Hij kon niet alleen boeiend vertellen, maar had ook een natuurlijk overwicht. Je haalde het niet in je hoofd lawaaiig te doen in zijn les. En toch mocht je hem, want hij kon ook lachen om zichzelf en wist geslaagde opmerkingen van studenten te waarderen. Net daarom respecteerde je hem des te meer. Je twijfelde niet aan zijn autoriteit. Zijn gezag was vanzelfsprekend.

In schril contrast daarmee stond de zenuwachtige stagiair die zwetend de muilen van een twintigtal hongerige tienerleeuwen bekeek en met bevende stem stilte eiste. Erop stond met ‘meneer’ aangesproken te worden en elk gefluister meteen autoritair bestrafte met een uur nablijven. Hij verhief zijn stem om de haverklap, tot hij aan het eind van de les schor het lokaal verliet, terwijl de studenten zaten te giechelen in hun bank.

Het maakt goed duidelijk hoe je een innerlijke onzekerheid kunt overcompenseren. En hoe dat het omgekeerde effect heeft. En hoe waar gezag innerlijk ge-vestigd is, en uiterlijk alleen be-vestigd wordt.

De onzekere, schreeuwende stagiair legt het gezag buiten zichzelf op een aantal verschillende manieren. In de eerste plaats door de tieners in zijn lokaal het gezag te geven hem goed of af te keuren. Als hij werkelijk zou doorvoelen dat hij de jongeren iets komt geven dat nuttig voor hen is… dan zou hij vertrouwen op het gezag in zichzelf, en zich een stuk zekerder voelen.  

In de tweede plaats is deze stagiair hoogstwaarschijnlijk zelf een student die net heel erg zijn best doet om zijn eigen leraars te plezieren. Hij legt het welslagen van zijn studie, het bereiken van zijn doel als leraar, in handen van de doorwinterde lerares achteraan in de klas. Als hij haar niet kan overtuigen, dan is zijn toekomstperspectief als leraar gedoemd te mislukken, zo denkt hij. Hij respecteert haar als autoriteit op dit vlak zozeer, dat hij vergeet dat zij niet het gezag heeft te bepalen of hij een goede leraar wordt of niet. Ze kan immers niet in zijn toekomst kijken, noch die bepalen. Dat kan alleen hij.

Tot slot is het hele doel ‘ik wil leraar worden’ of zelfs ‘ik moet een nuttig beroep leren anders ben ik niets waard’ natuurlijk al een twijfelachtig vertrekpunt. Daar legt deze stagiair alweer een stukje gezag over zijn bestaan buiten zich, in handen van de maatschappij, voor wie dit aanvaarde waarden zijn. Terwijl de vraag natuurlijk is: wat wil hij zelf met zijn leven doen? En: zelfs al denkt hij nu de weg te hebben gevonden… is dit wel zíjn weg? Staat hij open voor die vraag, of is dat te eng?

Het Gezag in jezelf leggen, begint dus bij jezelf respecteren. Je hele zelf. Wat je al kunt. Maar ook die stukjes die nog moeten groeien. En de stukjes die buiten de marge van het maatschappelijk ‘normale’ vallen.

Daarna kun je dan een nieuwe vraag stellen:

Wie is de baas over jou?

Het eerste, spontane antwoord dat je op deze vraag geeft, is veelzeggend. Dacht jij meteen ‘ikzelf natuurlijk!’, dan heb je al een goed vertrekpunt. Of dacht je in een reflex aan je baas op de werkvloer? Of begon je wel bij ‘ikzelf, natuurlijk!’, maar eindigde je met een gemengd gevoel van ‘ikzelf natuurlijk… maar ik moet toch ook rekening houden met mijn geliefde… mijn kinderen… mijn collega’s… en ik moet toch ook respect opbrengen voor mijn chef’?

Door dat soort voorbehoud te maken, doe je hetzelfde als de man met de autoriteit-versus-autoritair-issues. Je verwart twee begrippen. Autoritair is niet hetzelfde als autoriteit. Het Gezag (en ik gebruik die hoofdletter om aan te geven dat het om het meest fundamentele gezag gaat, en niks te maken heeft met ‘praktisch’ gezag als in leiding geven of krijgen) in jezelf leggen is niet hetzelfde als ‘geen rekening houden met of geen respect opbrengen voor’.

Het is een vergissing die je makkelijk maakt, maar wel één met verstrekkende gevolgen. Voor je het weet sta je zowel staande te houden dat je een autoriteit op je gebied bent en wie daar tegenin gaat een autoritaire trut is… als het gezag van een ander in te roepen om joúw autoriteit te bevestigen.  Van de instelling waar je werkt. Of van degene die jou je diploma heeft gegeven. Of van je ouders, die het ‘ook altijd zo deden’. Of van de regering, die je ‘immers niet verbiedt om te doen wat je doet’. Of van de wet van de sterkste…

Het Gezag in jezelf leggen betekent niet alleen: geen gezag buiten je leggen, maar ook: geen gezag buiten je (hoeven) op-leggen. Het betekent niet: alles moet zoals jij het wil. Het betekent: jij doet alles zoals het voor jou goed voelt. Natuurlijk hou je daarbij rekening met degenen van wie je houdt, of breng je een gezond respect op voor mensen om je heen. Dat is niet alleen vanzelfsprekend voor iedereen die in liefde wil leven, maar ook zinnig. De chef van een fabriek heeft dan wel de leiding, maar als hij van zijn werknemers gaat eisen dat ze de hele dag op hun hoofd staan, zal er niet veel gebeuren. Maar er gebeurt evenmin iets als hij dat zelf doet, omdat hij denkt dat zijn werknemers dat het prettigst zouden vinden.

Het Gezag in jezelf leggen, is niks wilds of moeilijks. Het is geen gooi- en smijtwerk, geen gevecht of geen getouwtrek. Het is iets weloverwogen en kalm. Je erkent jezelf als dé autoriteit in het vakgebied jij. Je erkent dat jij de enige bent die de kennis heeft om beslissingen te nemen over jouw leven. Net als een goede leraar handel je vol zelfvertrouwen, zodat het niet erg is als iemand een keer een kritische opmerking maakt – die beoordeel je in alle rust op zijn waarde. Of als je eens om jezelf moet lachen – lachen maakt het leven mooi. En het Gezag ligt daar nog steeds. In jou. 

2 opmerkingen:

  1. Wat een prachtige tekst! Weer zo verhelderend. De teksten lijken ook telkens op het juiste moment gedeeld te worden. Gisteren uren in de file gestaan richting huis en nu dit lezende bedenk ik mij om welke angst /gedachten ik deze rit gemaakt heb en waar ik mij nog ergens slachtoffer zou voelen omdat ik nog op een bepaald moment deze keuze heb gemaakt. Niet omdat ik het echt wilde maar omdat ik mijn gezag aan iets extern gegeven heb die dit van mij vroeg. In de file kan staan kan ook het gevoel geven slachtoffer te voelen omdat je voelen door een extern gezag wat men zich oplegt...Weer een mooie inzicht met duidelijke signalen die me hierop hebben gewezen. Dank je wel voor het delen :)

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Fijn om horen dat de tekst goed aankomt, Sjoerd. :-) De file is echt wel een goeie plaats om een onderwerp als dit eens te doorvoelen! Je staat er als autobestuurder immers naar je gevoel heel 'machteloos' in, aangezien je niet de mogelijkheid lijkt te hebben om de gestokte stroom te beïnvloeden. En zo word je dan weer aan het doordenken gezet...

    BeantwoordenVerwijderen