“Wat vind jij daar nu van?”, vroeg mijn vriendin N een
poos geleden. Ze had net een artikel over affirmaties gelezen. Als je het maar
vaak genoeg voor jezelf herhaalt, kun je jezelf van iets overtuigen. Of je kunt
iets tot werkelijkheid denken.
“Wat vind je er zelf van?”, vroeg ik haar. N legt graag
mensen op de rooster, maar soms moet je de rollen een keer omkeren. Dat houdt
het interessant.
“Het klinkt mij een beetje naar ‘willen hebben’,” zei ze
peinzend. “Al moet ik zeggen dat het, toen ik het een keer uitprobeerde, wel
verhelderend werkte: ik voelde ineens wel duidelijk hoe ik tegenover datgene
stond dat ik probeerde te affirmeren.”
Dat het niet zo verheffend is om al je energie te
besteden aan het waarmaken van ‘ik zal een grote auto hebben’ of ‘ik verdien
een massa geld’, dat ligt nogal voor de hand. Wanneer je jezelf verliest in het
materiële, dan gaan er een heleboel andere dingen verloren. Maar is er ook iets
mis met vrijheid of geluk of zelfvertrouwen willen hebben?
Verkeerd is dat niet, fout – een foute redenering – wel:
Geluk kun je natuurlijk niet hebben.
Als je geluk probeert vast te grijpen, waar je het vindt bij een mens of in een
bezigheid of op een plek of door een ding… duikt meteen ook de angst op die je
toefluistert dat je dit geluk vroeg of laat weer kunt verliezen. Vrijheid
willen hebben, verandert een
mensenleven in een jacht op weidse vergezichten, een worsteling tegen relaties
en uiteindelijk boosheid op elke beperking. Het is iets heel anders dan
gelukkig of vrij zijn.
Maanden later komt een soortgelijk onderwerp voorbij aan
tafel met vrienden. De borden raken leger, maar het gesprek verdiept zich en is
boeiender dan opruimen of koffie gaan zetten.
“Het werkt echt, hoor,” zegt iemand. “Als je visualiseert
wat je wil, dan wordt het werkelijk. Heel veel mensen hebben dat al ervaren.”
De menselijke geest is erg sterk. Dat verbaast mij dus
helemaal niet.
“Mhm, da’s waar. Maar je moet wel oppassen met wat je visualiseert.
Be careful what you wish for,” zegt een tweede.
“Och, als je alleen positieve dingen visualiseert, dan
kan het toch niet misgaan?”
“Ik weet niet hoor. Ze zeggen toch dat je nooit iets mag
vragen dat jezelf materieel gewin oplevert?”, zegt een derde.
“Pff, waarom eigenlijk. Alsof materie per se slecht is.”
“Materieel, immaterieel,” zegt de tweede weer. “Dat is
allemaal bijzaak. Het gaat erom dat je je wens zorgvuldig verwoordt.”
Oude sprookjes waarschuwen daar ook al voor. Het befaamde
verhaal over de drie wensen, vertelt over een arm koppel dat drie wensen
krijgt. De vrouw is zo uitgehongerd dat ze al weken droomt van een heerlijke,
warme worst, dus die wenst ze onnadenkend. De man, woedend dat ze een wens aan
zoiets onnozels verspild heeft, wenst dat de worst maar aan haar neus
vastgeplakt zat, zodat ze haar lesje zou leren! Vervolgens krijgen ze de worst
er op geen enkele manier af… behalve dan door de derde wens te gebruiken om
haar weer te bevrijden.
Het probleem met wensen is dit: je doet een wens vanuit
een gevoel dat er iets ontbreekt. Maar: als je er vanuit gaat dat concrete
dingen en situaties op je pad komen als een weerspiegeling van je innerlijke
overtuigingen… dan probeer je een heel moeilijke kloof te overbruggen wanneer
je de uitkomst van die wens nu probeert
te materialiseren. Je reikt naar iets dat er nu nog niet is, omdat de geschikte
omstandigheden (innerlijke overtuigingen en gesteldheid) er nog helemaal niet
zijn. Hoe specifieker en groter de wens, hoe lastiger en groter de kloof.
Zoiets als een boom proberen te planten voor je voor een gezonde voedingsbodem
hebt gezorgd in een tuin die nu nog betegeld is.
Voor mij is een goede visualisatie een wens waarbij je
wel vertrekt vanuit een verlangen, een visioen van iets dat je graag
werkelijkheid zou willen zien worden… maar tegelijk openstaat voor elke stap
daarnaartoe. Het opruimen van tegels, het loswoelen van de aarde, water
oppompen. Dan sta je tegelijk ook open voor het plotse besef dat je geen boom
wil, maar een paar struiken, omdat je anders helemaal geen licht meer krijgt in
je huis.
Een vriendin omschreef het een keer zo: “Altijd wanneer
ik mediteer, dan vraag ik om het beste. Het beste voor mij op dit moment.” En ze had een punt. Ons onderbewuste zelf weet wel wat er
op dit moment goed voor is. Dat hoeven we niet af te dwingen met technieken en
mechanismen.
Toch zijn specifieke wensen en verlangens deel van
datgene wat ons tot individuen maakt. En ik ben er een groot voorstander voor
om elke wens die je maar wil toe te laten. Of dat nu gaat om meer vrijheid,
zelfvertrouwen of zelfs een groter huis waarin je je fijner zou voelen dan je
huidige, claustrofobische woonplek. Waarom zou je grenzen stellen aan dromen,waarin je nieuwe mogelijkheden ontsluit? Geloven dat ze kunnen waar worden, geeft ze kracht. Zolang je maar weet dat ze
niet moeten waar worden op de
precieze manier en in de exacte vorm die je ratio nu bedacht heeft. Als je je
ratio echt nuttig wil inzetten, dan kun je dat doen door je wensen eens van liefdevol
te onderzoeken.
Wil je per se een boom? Oké, waarom niet! Maar: waar gaat
het eigenlijk over? Je verlangen naar meer groen? Of wil je de buurman de loef
afsteken omdat hij ook een boom heeft? Wanneer je goed kijkt naar je verlangen
naar meer groen, besef je misschien dat je al veel te lang geen boswandeling
meer hebt gemaakt. Wanneer je kijkt naar je ergerlijk snoeverige buurman besef je
misschien dat je zelf ook verloren bent gelopen in ambitie. Dat je het vredige
gevoel mist van niets-doen, behalve liggen in de schaduw van een vriendelijke
boom. Of misschien wil je heel gewoon een boom om zijn bomigheid.
Graaf naar de kern van je wens. En kijk, het begin om hem
te laten uitkomen, zal daar fonkelen.



Geen opmerkingen:
Een reactie posten